Reggio Emilia-pedagogie

In de Reggio Emilia-visie wordt het kind gezien als een ‘rijk’ kind met, al vanaf de geboorte, vele mogelijkheden en talenten. Kinderen zijn in wezen al van jongs af aan bezig met leren, ze zijn nieuwsgierig en vol creativiteit, hebben hun eigen passies en zijn van nature uit op contact.

In De Biotoop geven we de kinderen de kans zichzelf te zijn en zich te uiten op allerlei ontwikkelingsgebieden.

Bij het aanbieden van actviteiten en spelprikkels proberen de begeleiders zo weinig mogelijk te sturen, maar in plaats daarvan goed te observeren en te luisteren naar ‘de honderd talen’ van de kinderen (zie gedicht Loris Malaguzzi). Zo ontdekken zij wat kinderen boeit en spelen hierop in bij het aanbieden van nieuwe activiteiten en materialen.

Belangrijke kenmerken van activiteiten volgens de Reggio-filosofie

De honderd talen van kinderen

Het kind
Bestaat uit honderd
Het kind heeft
honderd talen
honderd handen
honderd gedachten
honderd manieren van denken
van spelen, van spreken.
Honderd, altijd weer honderd
Manieren van luisteren
Verwonderen en liefhebben
Honderd vreugden
Om te zingen
En te begrijpen
Honderd werelden
Om te ontdekken
Honderd werelden
Om te verzinnen
Honderd werelden
Om te dromen.
Het kind heeft honderd talen
(en nog honderd honderd honderd meer)
Maar ze pakken er negenennegentig af.
De school en de samenleving
Scheiden het hoofd van lichaam
Zij zeggen tegen het kind:
Dat hij zonder handen moet denken
Zonder hoofd moet handelen
Moet luisteren en niet praten
Moet begrijpen zonder vreugde
Alleen met Pasen en met kerst
Mag lief hebben en verwonderen.
Ze zeggen tegen het kind:
Ik geef je de al ontdekte wereld
en van de honderd
pakken ze er negenennegentig af.
Ze zeggen tegen het kind:
Dat werk en spel
Realiteit en fantasie
Wetenschap en verbeelding
Hemel en aarde
Verstand en droom
Dingen zijn
Die niet bij elkaar horen.

En dus vertellen ze het kind
Dat de honderd er niet is.
Het kind zegt:
ZEKER DIE IS ER WEL!

— Loris Malaguzzi